Columbus zette aan wal, knielde, dankte God en eiste het Amerikaanse continent in naam van Spanje op... |
Noord-Amerikaanse Indianen. Voor de komst van de blanken is Noord-Amerika al rééds bewoond door de Indianen!! |
De brutaliteit van de blanke kolonisten die tot in het hele Amerikaanse continent doorgedrongen waren, was ongekend groot en hun hebzucht kende geen grenzen. Beschaafd waren ze zeker niet, ook al beweerden ze godvrezend te zijn. Het climax kwam toen de Lakota Indianen op 29 december 1890 in de slag bij Wounded Knee door de federale cavalerietroepen afgeslacht werden. Ook Indiaanse vrouwen en kinderen waren op 'n beestachtige wijze afgeslacht. In die slag werd het laatste Indiaanse verzet tegen de blanke kolonisatie in bloed gesmoord en daarmee lag het hele westen van Noord-Amerika open voor de blanke kolonisten. Het bloedbad van Wounded Knee was een zwarte bladzijde in de Amerikaanse geschiedenis dat met bloed geschreven werd. "De enige goede Indiaan is een dode Indiaan,"was een weerzinwekkende uitspraak. Onderzoekers schatten dat meer dan vijftig miljoen Indianen het slachtoffer zijn geworden van oorlogen, besmettelijke ziekten, slavernij, dwangarbeid en genocide. Veel van de Indianenvolken waren van de aardbodem praktisch weggevaagd of van hun land beroofd en verdreven. Tegenwoordig leven de Noord-Amerikaanse Indianen in de door de federale regering aangewezen reservaten, terwijl de genocidale campagne tegen de inheemse Indiaanse stammen in de regenwouden in Zuid-Amerika rustig doorgaat. Eigenlijk kunnen we niet zeggen dat Amerika, oftewel de zogenaamde Nieuwe Wereld, ontdekt werd, terwijl deze werelddeel al duizenden jaren door de Indianen bewoond werd.
Een lugubere foto van het Bloedbad van Wounded Knee; Massagraf van dode Indianen terwijl de cavaleristen toekijken |
In de negentiende eeuw geloofden blanke Amerikanen in de mythe dat de Indianen verdwenen waren. Ze geloofden ook dat de Indianen uiteindelijk volledig zouden worden geassimileerd of vermoord vanwege de genocidale structuur van de kolonisatie. In het Oosten van Noord-Amerika werd het land van de inheemse Indiaanse volken al reeds gestolen en geannexeerd in naam van de Amerikaanse expansie en het Jeffersoniaanse agrarisme. Hierdoor konden Amerikaanse kolonisten zichzelf zien als de oorspronkelijke bevolking van het land en hun geloof in wetenschappelijke racisme en blanke superioriteit versterken en hun poging tot genocide op inheemse volken onder het mom van hun eigen superieure intellect en vaardigheden excuseren. Het verhaal dat veel inheemse volkeren "verdwenen" waren, was gangbaar in zowel romans als lokale kranten. Ook in de roman 'De Laatste der Mohicanen' van James Fenimore Cooper. Er waren ook leugenachtige verhalen over wreedheden van de Indianen die niets anders dan alleen maar onschuldige blanken scalperen. In de ogen van de blanken waren de Indianen bloeddorstig en barbaars. Ze waren onbeschaafde wilden, inferieur aan de blanken. Volgens de blanken vormden de roodhuiden een belemmering voor de vooruitgang van de Amerikaanse natie en moesten daarom verdwijnen. Het ziekelijke maar uiterst gevaarlijke stereotiepe beeld dat de blanken de goede en de Indianen de slechte zijn, leefde tot in de 20ste eeuw nog steeds voort. Het stereotiepe beeld werd door talrijke stripverhalen, boeken en media in stand gehouden. De beeldvorming in boeken en stripverhalen is vaak onjuist en niet waarheidsgetrouw vandaar de term 'Indianenverhalen.' Desondanks worden de Indianenverhalen als waarheid gehanteerd. Het is nog steeds de vraag of het stereotiepe beeld van de Indianen ook in de 21ste eeuw voortleeft...
Het boek 'De Laatste der Mohikanen', in 1826 gepubliceerd, was eigenlijk het jongensboek van die tijd. De Amerikaanse schrijver James Fenimore Cooper had met zijn meesterwerk 'De Laatste der Mohikanen' als het ware het Indianenboek 'uitgevonden.' Naar aanleiding van het enorme succes van zijn boek gingen heel wat mensen in Amerika en Europa zich ook met dit genre boeken bezighouden. Vanwege het stereotiepe beeld van de Indianen schaamde Cooper zich zelfs voor zijn Indianenboeken, hoewel die niet uitgesproken slecht waren. Ook al gaven ze uiteraard geen natuurgetrouw beeld van het Indiaanse leven. In ieder geval hadden ze de verdienste dat ze de lezer respect voor de 'barbaarse' roodhuiden bijbrachten. De beroemde schrijver Mark Twain had in zijn satirische essay 'Literaire overtredingen van Fenimore Cooper' kritiek geleverd op Cooper's Indianenboeken en zei over Cooper dat het zo vreemd was dat hij slechte boeken schreef over zaken waar hij alles van wist (de betere kringen) en goede over zaken waar hij niets van wist (de Indianen). Hoewel Twain's kritiek op Cooper gedeeltelijk onterecht is, weten zowel Twain als Cooper in werkelijkheid héél weinig over de Indianen! Ze hadden zomin verstand van de Indiaanse cultuur. Boze tongen beweerden dat Cooper alleen als vijfjarige peuter echte 'wilde' Indianen had ontmoet. Dat was toen een groep zwervende roodhuiden op een dag achter het huis van zijn vader langs trok.
Boek cover 'The Last of the Mohicans'. Ge- illustreerd door N.C. Wyeth in 1919 |
Het mag vreemd zijn als we op Wikipedia lezen dat Cooper's boek 'De Laatste der Mohikanen' historisch is alsof alle gebeurtenissen en personages, zoals ze in deze boek staan beschreven, echt zijn. Echter zijn niet alle gebeurtenissen en personages uit het boek historisch accuraat, ook al speelt het verhaal zich tijdens de Zevenjarige Oorlog (in Amerika bekend als 'The French and Indian War') af, toen Frankrijk en Engeland vochten om de Noord-Amerikaanse kolonieën. In deze bloedige en onvoorspelbare oorlog sloten zowel de Fransen als de Engelsen bondgenootschappen met inheems Indiaanse stammen. De Zevenjarige Oorlog was inderdaad een historisch gebeurtenis en werd voornamelijk uitgevochten langs de grenzen van de Britse kolonieën, van Virginia tot Nova Scotia. Enkele personages uit het boek waren ook historisch. Luitenant-kolonel en garnizoenscommandant George Munro leidde inderdaad de Britse troepen in Fort William Henry, toen zijn fort in 1757 door de Fransen onder het bevel van majoor-generaal markies Louis-Joseph de Montcalm aangevallen en belegerd werd. Munro moest tijdens de belegering zich overgeven en zijn fort aan de Franse troepen van markies Montcalm prijsgeven, toen de door generaal Webb beloofde versterkingen niet kwamen. Munro stierf niet tijdens het door de Indianen aangerichte bloedbad, zoals een Hollywoodfilm ons wel doet geloven. Hij overleefde het bloedbad, arriveerde met een aantal overlevenden in Fort Edwards en werd een korte tijd later teruggeroepen naar Engeland. En tenslotte de hoofdfiguren uit het boek, Natty Bumppo en Chingachgook. Chingachgook heeft nooit bestaan, maar zijn levenslange vriend Natty Bumppo wel. Natty Bumppo alias Haviksoog, een jonge blanke man, die de hoofdrol speelt in Cooper's vijf romans (bekend als Leatherstocking Tales), is gebaseerd op een echte persoon, Nathaniel Shipman genaamd.
Natty Bumppo en Chingachgook |
Als we het boek lezen en de titel 'De Laatste der Mohikanen' opmerken, dan zouden we de indruk krijgen dat er een laatste Mohikaan moest zijn geweest en de Mohikanen tegenwoordig niet bestaan. Maar dat is niet het geval. Mohikanen (ook wel Mahikanen genoemd) was de naam van een Indianenstam, behorend tot de groep van de Algonkin. Oorspronkelijk woonden ze in het dal van de Hudson, Hudson River Valley, in het westen van New Engeland. Vanwege vele conflicten met de andere Indianenstam Mohawk werden ze naar het zuidoosten over de westelijke grens van Massachusetts verdreven. Veel Mohikanen vestigden zich in de stad Stockbridge, Massachusetts, waar ze geleidelijk als 'Stockbridge Indianen' erkend werden. De naam Mohikanen is afgeleid van Muh-he-ka-neew, wat betekent mensen van de voortdurend stromende wateren. Het woord Muh-hij-kan verwijst naar een grote zee of watermassa en de rivier Hudson herinnerde de Mohikanen aan hun plek van herkomst. En ze noemden de rivier Hudson Mahicanituck. Daarom werden de Mohikanen door de Hollanders en de Engelsen rivier-Indianen genoemd. De Nederlanders hoorden voor het eerst en schreven de term voor de Indianen van het gebied op verschillende manieren als Mahigan, Mahikander, Mahinganak, Maikan, Mawhickon, onder andere varianten, die door de Engelsen in een transliteratie van hun spellingssysteem later vereenvoudigden tot Mohican of Mahican.
James Fenimore Cooper werd op 15 september 1789 geboren in Burlington, New Jersey. Zijn vader William Cooper, een koopman, rechter en congreslid, maakte fortuin en kocht een landgoed aan de Susquehanna rivier, waaromheen een dorp ontstond, Cooperstown. James woonde voor het grootste deel van zijn leven in Cooperstown en was een levenslang lid van de Bisschoppelijke kerk. Hij studeerde op zijn 14 jarige leeftijd aan de Yale Universiteit en werd drie jaar later van de universiteit verwijderd wegens een ernstig incident. Op 1 januari 1808 trad James in dienst bij de Amerikaanse marine en werd tot adelborst bevorderd. Zijn dienst bij de Amerikaanse marine heeft veel van zijn romans en andere geschriften enorm beïnvloed. In 1811 trouwde James met Susan Augusta de Lancey en ze kregen zeven kinderen. De carriére van James Fenimore Cooper begon toen zijn roman 'The Spy', een verhaal over contraspionage dat zich afspeelde tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog afspeelde, in 1821 verscheen. In 1823 verscheen zijn werk 'The Pioneers', de eerste van de Leatherstocking Tales - serie. 'The Last of the Mohicans' was het bekroonde meesterwerk van James Fenimore Cooper en vooral ook een van de meest gelezen Amerikaanse romans in de negentiende eeuw. In totaal heeft Cooper ongeveer dertig boeken geschreven.
Het portret van James Fenimore Cooper (1789-1851). Geschilderd door John Wesley Jarvis. |
Ook schreef James talloze zeeverhalen. Zijn nautische werken waren bij de Amerikaanse marinehistorici goed ontvangen, maar werden in de Verenigde Staten en in het buitenland hard bekritiseerd. Het had Cooper 14 jaar gekost om onderzoek te doen en materiaal te verzamelen voor het boek. In 1826 verhuisde Cooper met zijn gezin naar Europa waar hij meer inkomsten uit zijn boeken wilde halen en zijn kinderen beter onderwijs wilde geven. In Londen en Parijs waardeerden de mensen hem niet om zijn Amerikaanse achtergrond en snobisme, maar wel om zijn fantastische avonturenboeken. Cooper's afkeer van de corruptie van de Europese aristocratie, vooral in Engeland en Frankrijk, groeide met de dag naarmate hij zag hoe ze de wetgevende en rechterlijke macht manipuleerden met uitsluiting van andere klassen. In 1833 keerde Cooper met zijn gezin terug naar de Verenigde Staten, waar hij in zijn werk 'A Letter to My Countrymen' (Een brief aan mijn landgenoten) kritiek op de sociale ongelijkheid uitte. Hij raakte ook al verwikkeld in politieke discussies over de Verenigde Staten en in de processen die hij voerde om tegen de beschuldigingen te verdedigen en zich van blaam te zuiveren. En hij won alle processen, maar de kranten zwegen hem tenslotte dood. Hij stierf op 14 september 1851 en ging als één van de grootste Amerikaanse schrijvers de geschiedenis in.
Eerstedagenenvelop ter ere van James Fenimore Cooper |
Een rij postzegels 'De Laatste der Mohikanen' uit de Sovjet Unie ter gelegenheid van de tweehonderdste verjaardag van James Fenimore Cooper. 1989 |
Cooper's succesvolste roman 'De Laatste der Mohikanen' is meermalen verfilmd.
Filmposter 'The Last of the Mohicans' (1920) |
Filmposter 'The Last of the Mohicans' (1932) |
Filmposter 'The Last of the Mohicans' (1936) |
TV-serie 'The Last of the Mohicans' (1971) |
TV-poster 'The Last of the Mohicans' (1977) |
Filmposter 'The Last of the Mohicans' (1992) |
In 1974 werd 'De Laatste der Mohikanen' als Nederlandstalige stripalbum door Uitgeverij Amsterdam Boek B.V. gepubliceerd. Hier is het onderstaande stripverhaal dat je ervan zult genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten