Maar wie was Lawrence van Arabië? Hij was beslist geen product van de fantasieën van een romanschrijver, maar eerder een historisch figuur. Lawrence van Arabië, zoals hij ook weleens 'El Laurens' door de Arabieren werd genoemd, was een legendarisch vechtjas, schrijver, geleerde, archeoloog, geheim agent en begenadigd militair. En de roman 'Lawrence van Arabië' is zeker gebaseerd op Lawence's autobiografie. Over Lawrence van Arabië waren meer dan dertig boeken geschreven. Sommige biografen verheerlijken hem als een bovenaards wezen, andere halen hem regelrecht door het slijk. Echter waren veel onbekende feiten over zijn leven te vinden in een in 1968 verschenen studie 'Het geheime leven van Lawrence van Arabië', door Colin Simpson en Philip Knightley, twee verslaggevers van de Engelse Times.
Links: De echte Thomas Edward Lawrence, bijgenaamd Lawrence van Arabië. Rechts: Acteur Peter O'Toole in de titelrol van de film 'Lawrence van Arabië.' |
Thomas Edward Lawrence werd geboren op 16 augustus 1888 in Tremadoc, Carnarrvonshire in Wales. In zijn jeugd koesterde hij enorme fascinatie voor Middeleeuwse kastelen en gebouwen. Zijn vriendjes van de lagere school vertelden dat je met Ned Lawrence niet kon spelen. Hij was volgens hen te kinderachtig en bovendien een fantast. Wie ging er nou onder de kerk naar Romeinse munten zoeken? Wat Ned zijn vriendjes echter niet vertelde, was dat hij ze ook inderdaad vond. Toen Lawrence vijftien jaar (volgens sommige biografen dertien jaar oud) was, maakte hij samen met zijn vriend Cyril Beeson een fietstocht door Berkshire, Buckinghamshire en Oxfordshire in Engeland, ook al in zijn eentje, om bijna een parochiekerk van elk dorp te bezoeken, monumenten en antiquiteiten te bestuderen en afdrukken te maken van grafstenen op riddergraven van Middeleeuwse kerken. In de zomers van 1906 en 1907 reisden Lawrence en Beeson met de fiets door Frankrijk, waar ze foto's, tekeningen en afmetingen van Middeleeuwse kastelen maakten en verzamelden. Op school scheen de jonge Lawrence een begaafd leerling te zijn geweest. Van 1907 tot 1910 ging hij geschiedenis aan de universiteit van Oxford studeren. Als onderdeel van zijn studie vertrok hij in zijn eentje in de zomer van 1909 naar Syrië en maakte een lange wandeltocht van drie maanden door de Syrische woestijn langs Middeleeuwse kruisvaarderskastelen. Hij sprak toen al vloeiend Arabisch en kon het goed opschieten met de Arabieren die hij ontmoette. Zijn jongere broer Arnold schreef in 1937 dat archeologische onderzoekingen voor Lawrence een "droomweg van ontsnapping uit het burgerlijke Engeland" waren.
Toen de Eerste Wereldoorlog in 1914 uitbrak, was Lawrence op dat moment al tot een geheim agent opgeleid. De Britten hadden een geweldig spionagenetwerk in het Midden-Oosten opgezet, waarvan het hoofdkwartier in Caïro in Egypte zetelde. Bij het uitbreken van de oorlog werd Lawrence in Caïro gestationeerd, waar hij zich in de eerste oorlogsjaren voornamelijk bezighield met het tekenen van stafkaarten van de gebieden in Arabië die hij zo goed kende. Archeologische onderzoekingen waren uiteraard zijn dekmantel. Ondertussen trachtte Lawrence de leiding van de Britse inlichtingendienst rijp te maken voor zijn ambitieuze plannen om de verdeelde Arabische stammen en volkeren te verenigen en vervolgens met hulp van de Engelsen en Fransen de Turken te verdrijven. Het verenigen van verdeelde Arabische stammen leek een onmogelijke taak voor Lawrence. Bovendien was de verdeeldheid van de Arabieren in de eerste plaats geen zaak van vandaag of gisteren, maar dateerde in veel gevallen van jaren en eeuwen. In het Midden-Oosten hechten Arabieren veel waarde aan familie- en stamverbanden, iets wat het Westen nog nooit heeft begrepen. Loyaliteit aan een familie of een stam staat boven alles. Zo kan een Arabier een moordenaar die op de vlucht voor de autoriteiten slaat, herbergen, als deze lid is van zijn stam. Dat zijn stamgenoten immers aan elkaar verplicht, zeker als het om loyaliteit gaat. Dat wist Lawrence die veel inzicht in de Arabische cultuur verwierf, ook. Toen hij verdeelde Arabische stammen in zijn strijd tegen de Turken wilde verenigen, hing er veel van de saamhorigheid van zijn strijders af. Eens schoot een strijder van stam X een ander strijder van stam Y dood, dan moest de moord volgens de Arabische wetten gewroken worden. Maar dat zou alleen maar het beginsignaal zijn voor nieuwe onderlinge moordpartijen. Daarom moest Lawrence de dader persoonlijk terechtstellen. Als Engelsman kon hij nu eenmaal niet verwikkeld raken in onderlinge familie- en stammenvetes. En de Turken hadden in de tweede plaats in militair opzicht een enorme overmacht en werden tijdens de Eerste Wereldoorlog gesteund door Duitsland, dat hen van uitstekend oorlogsmateriaal en logistiek voorzag. In de derde plaats was er een ander probleem voor Lawrence dat zijn meerderen niets in zijn plan zagen. Maar Londen voelde er wel veel voor het plan en stuurde Lawrence met uitgebreide volmachten naar de woestijn. In Caïro waren de meerderen blij het driftige officiertje kwijt te zijn, maar men was er tegelijk wel verwonderd over dat het ministerie van oorlog hem zoveel volmachten gaf en hem bovendien enorme bedragen in handen speelde die hij naar eigen goeddunken kon gebruiken voor de goede zaak. Hoewel de taak beslist niet eenvoudig was, was Lawrence er wonderlijk genoeg in geslaagd de verdeelde Arabische stammen te verenigen in zijn strijd tegen de Ottomaanse Turken. Hij wist zich uiteindelijk te omringen met een sterk, goed getraind leger van kameelruiters, gerekruteerd uit de verschillende stammen. Door zijn doorzettingsvermogen en persoonlijk optreden won hij het vertrouwen van de Arabieren, die hem op het laatst blindelings volgden. Eens zei hij tegen een bezoekende oorlogscorrespondent die nogal angstig naar deze bende woestelingen keek;"Het zijn keelsnijders, maar ze doen het gelukkig alleen maar op mijn bevel." Lawrence koos bewust maar terecht voor de guerrilla. Met kleine groepen wist hij de vijand onverwachte en pijnlijke verliezen toe te brengen. Talloze spoorwegstations en strategische bruggen waren opgeblazen. De briljante taktiek van Lawrence had ertoe geleid dat de positie van het Ottomaanse leger in het Midden-Oosten aanzienlijk verzwakt werd. De Turken waren uiteraard ziedend van woede en loofden een beloning van 20.000 pond uit voor de levende Lawrence en 10.000 voor de dode. Desondanks ging Lawrence dikwijls alleen bezette gebieden binnen. Alleen in Deraa werd hem dat noodlottig. Dit stadje, dat in handen van de Turken was, ging hij vermomd als arme Arabier binnen. Lawrence werd ontdekt en gevangengenomen door de Turken. Hij werd verschrikkelijk gemarteld. Het scheen dat hij ook verkracht werd. Mensen die met hem hadden gestreden, vertelden dat sinds het ongelukkige incident in Deraa Lawrence zwijgzaam en verbitterd was.
Lawrence van Arabië |
Van links tot rechts: Lawrence van Arabië en Emir Faisal (zittend op hun stoelen) |
Na de val van Damascus werd er een wapenstilstand gesloten tussen de Turken, de Engelsen en de Fransen. Maar de vrede in 1918 werd voor de held van Arabië een bittere teleurstelling. Met verbijstering zag Lawrence hoe Engeland en Frankrijk die door hun imperialistische aspiraties blijkbaar waren bezield, ondanks alle beloften aan de Arabieren het van de Turken bevrijdde Arabische gebied als een koek verdeeld hadden. Daar lagen duidelijke strategische en economische belangen van het Westen aan ten grondslag. Engeland en Frankrijk waren erachter gekomen hoe rijk aan olie deze Arabische gebieden wel waren. De heers - en verdeelpolitiek van de Britten en de Fransen heeft tot de huidige dag destrasteueze en verwoestende gevolgen voor het Midden-Oosten en het Westen en deze ernstige gevolgen zijn nu nog steeds voelbaar! De Brits-Franse heers- en verdeelpolitiek was een gevolg van het Sykes-Picotverdrag, een geheime overeenkomst tussen Groot-Brittannië en Frankrijk dat er in 1916 afspraken tussen de Britten en de Fransen werden gemaakt over hun invloedsfeer in het Midden-Oosten als het Ottomaanse Rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog verslagen zou worden. De geheime overeenkomst werd opgesteld door de Franse onderhandelaar Georges Picot en de Brit Mark Sykes. Op Wikipedia staat te lezen over het Sykes-Picotverdrag;
"Volgens dit verdrag zouden de Fransen de kuststrook van Noord-Syrië en Libanon krijgen, met de grote steden Beiroet, Aleppo en Damascus, en de Britten het gebied aan de kop van de Perzische Golf, met als grootste stad Basra. Het binnenland, de eindeloze woestijn, zou worden verdeeld in 'invloedsferen', waar een van de beiden landen een monopolie op exploitatie van natuurlijke rijkdommen en advisering van lokale potentaten zou hebben. Het zuiden van Syrië tussen de Middellandse Zee en de rivier de Jordaan, dat voor Europeanen met hun Bijbelse opvoeding als 'Palestina' een speciale betekenis heeft, zou onder internationaal bestuur komen. Ze besloten ook dat de onafhankelijkheid van de Arabische staten door Frankrijk en Engeland niet erkend zou worden, als het Ottomaanse rijk als verliezer uit de bus zou komen, ondanks de visie, vertolkt in de Hoessein-McMahoncorrespondentie, en de beloften van 'Lawrence of Arabia', de Britse kolonel die het verzet van de Arabische stammen stimuleerde en coördineerde. Een derde macht was in het gebied niet toegestaan."
Volgens dr. Mordechai Kedar, een Israëlische Midden-Oosten deskundige die door Arabische zenders als Al Jazeera voor commentaar werd uitgenodigd, danken we de meeste problemen die we vandaag de dag in het Midden-Oosten kennen, aan westerse bemoeienis waarbij géén rekening werd gehouden met de Arabische mentaliteit. Dat wist Lawrence ook. Hij durfde zijn Arabische vrienden niet meer onder ogen te komen en verliet zo snel als dat kon de geheime dienst. Hij weigerde ook alle hoge militaire onderscheidingen die hij beslist wel had verdiend. Zijn weigering moet wel als een protest tegen het door Engeland en Frankrijk verdelen van het Arabische gebied gezien worden. Na zijn terugkeer in Engeland zwierf Lawrence een tijd lang straatarm door Londen en meldde zich uiteindelijk aan als gewoon soldaat bij de Engelse luchtmacht. In die bewogen periode schreef hij verschillende boeken. Zijn belangrijkste werk was 'The Seven Pillars of Wisdom' (De Zeven Zuilen der Wijsheid), waarin hij heel zijn liefde voor de zaak, waarvoor hij had gestreden, neerlegde. Echter werd het manuscript van dit boek op een station van de Londense ondergrondse gestolen, zodat Lawrence het hele gigantische werk opnieuw moest schrijven. Op eigen kosten liet hij een beperkt aantal exemplaren van dit boek drukken. Sir Winston Churchill, zijn persoonlijke vriend, prees het als een van de weinige waardevolle boeken in de Engelse literatuur. Later verscheen er een verkorte versie, ook door Lawrence geschreven, die 'Revolt in the desert' heette. Hierin beschreef Lawrence uitsluitend de gevechtshandelingen in Arabië. Hoewel hij rusteloos aan zijn boeken werkte, verlangde hij niets meer van het leven dan alleen maar rust. Maar veel rust was hem echter niet gegund. Zeker ook niet door journalisten die Lawrence lastigvielen. Op 15 mei 1935 stierf Lawrence, de held van Arabië, aan de gevolgen van een motorongeluk.
T.E. Lawrence en zijn motor |
De heldendaden van Lawrence van Arabië waren in 1962 verfilmd door regisseur David Lean en producer Sam Spiegel (de makers van 'The Bridge on the River Kwai'). Deze film 'Lawrence of Arabia' was ter plaatse in Wadi Rum, een groot woestijngebied ten noorden van Akaba, gemaakt. En de hoofdrol van Lawrence van Arabië werd gespeeld door Britse acteur Peter O'Toole. De film won zeven Oscars, waaronder die voor beste film en beste regie. De historische feiten, zoals die in deze film weergegeven zijn, zijn op hoofdlijnen correct maar ook meestal geromantiseerd.
Filmposter 'Lawrence of Arabia' (1962) |
Peter O'Toole (1923-2013) in zijn hoofdrol als Lawrence van Arabië |
In 1974 werd de roman 'Lawrence van Arabië' als Nederlandstalige stripverhaal door uitgeverij Amsterdam Boek B.V. uitgegeven. Hier is het onderstaande stripverhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten