vrijdag 12 april 2019

Quo Vadis

De Romeinse keizer Nero (37-68) was één van de meest gevreesde en bekende heersers en ging de geschiedenis in als een van de bloeddorstigste tirannen aller tijden. Nero was de beruchte naam dat in een zwarte bladzijde van de wereldgeschiedenis met bloed werd geschreven. Schaterend van het lachen zag hij zijn eigen Rome in vlammen opgaan terwijl hij zijn lier speelde en zong. Familieleden die hij niet zag zitten, liet hij van de gifbeker drinken of door zijn trawanten uit de weg ruimen. Hij was ook de eerste die christenen liet vervolgen. Christenen werden voor de hongerige leeuwen in de arena gegooid. Nero's vindingrijkheid op het gebied van martelingen was grenzeloos. Zijn enige vermaak was leedvermaak.

Dat was voor de Poolse schrijver Henryk Sienkiewicz (1846-1916) reden om de wreedheden van Nero en de bloedige christenvervolgingen in zijn historische roman 'Quo Vadis' (1896) te beschrijven. Zijn vaderland Polen was immers eeuwenlang overrompeld en onderdrukt door enkele volken als Russen, Pruisen, Fransen, enz. Door deze voortdurende overheersing en uitbuiting was het Poolse volk lamgeslagen en de Poolse geest, als we dat zo noemen, was dood. Sienkiewicz wilde zijn landgenoten waarschuwen voor een nieuw gevaar van over de grenzen. Ditmaal was het Pruisen, een toenmalige Duitse staat, onder aanvoering van Otto von Bismarck die bekend stond als de ijzeren kanselier en de eenwording van Duitsland tot stand wist te brengen. De landhongerige kanselier Bismarck had zijn oog op de 'kolonie' Polen laten vallen. Sienkiewicz zag Pruisen als een bedreiging, wees de Polen op dit gevaar en waarschuwde hen ook voor de toekomst. In zijn roman 'Bertek' vertelde hij met tragische humor het verhaal van een eenvoudige Poolse boer die als Duitse soldaat de Frans-Duitse oorlog van 1870 tegen de Fransen meemaakte en rekende op een beetje dankbaarheid van zijn vroegere heren. Integendeel, zijn zoon werd door een Pruisische schoolmeester mishandeld, zijn armzalige bezittingen vielen in de klauwen van een Pruisische woekeraar. Hoewel Henryk Sienkiewicz de Tweede Wereldoorlog niet persoonlijk had meegemaakt, was zijn voorgevoel een bewaardheid geweest. In 1939 viel Nazi-Duitsland samen met de Sovjet-Unie Polen inderdaad binnen. De Duitse inval in Polen luidde de Tweede Wereldoorlog in. Tijdens de Duitse bezetting kwam twintig procent van de Poolse bevolking om.

Henryk Sienkiewicz. Gefotografeerd door
Stanislaw Bizánski

Buiten Polen is Sienkiewicz zo goed als zeker vergeten, maar in dat land zeer beslist niet. Dat komt omdat hij zijn hele leven had ingezet voor de zaak van het onafhankelijke Polen. In zijn vier grote historische romans schetste hij hoe de Polen in het verleden met succes tegen de invallende Zweden, Kozakken en vreemde volken hadden gevochten. Er wordt gezegd dat deze romans in de oorspronkelijke Poolse taal een ongewone zeggingskracht hebben. Ze brachten onder de Polen een lang gemist gevoel van saamhorigheid tot stand. Sienkiewicz was een veelzijdig talent, niet alleen een geboren verteller, maar ook een begenadigd journalist. Hij maakte reizen in Europa en Amerika en schreef voortreffelijke reisartikelen voor Poolse kranten en tijdschriften. In 1896 verscheen het wereldberoemde roman 'Quo Vadis.' Sienkiewicz schreef ook trilogie over de strijd om een eigen land onder de titel 'Ogniem i mieczem' (met vuur en zwaard). In 1905 ontving hij de nobelprijs voor literatuur. In de Eerste wereldoorlog werkte Sienkiewicz voor Poolse krijgsgevangenen. Hij stierf in Zwitserland maar zijn stoffelijk overschot werd in 1924 naar Polen overgebracht en begraven in de domkerk van Warschau tijdens een grote nationale plechtigheid.

'Quo Vadis' behoort ongetwijfeld tot één van de beste romans. De titel van het beroemde boek van Sienkiewicz, 'Quo Vadis', is afgeleid van het Latijnse 'Quo vadis, Domine?' (Waarheen gaat gij, Heer?). Volgens de legende zou de apostel Petrus gesteld hebben aan Heer Jezus, toen deze aan hem verscheen op het punt dat Petrus Rome verliet om te ontkomen aan de bloedige vervolgingen door keizer Nero. Quo vadis? betekent dus: Waar ga je heen? De roman 'Quo Vadis' is enkele malen verfilmd.

Filmposter 'Quo Vadis' (1913)

Filmposter 'Quo Vadis' (1951)

DVD Cover 'Quo Vadis'

Uit de films, romans en geschiedenisboeken weten we dat Nero buitengewoon wreed, pervers en praalzuchtig is geweest. Hij liet zijn eigen moeder, zijn vrouw en zijn leermeester Seneca vermoorden. Ook vermoordde hij talloze christenen. Als iemand een christen was, was dat voor Nero een aanleiding om hem vreselijk te laten folteren. Christenen werden in dierehuiden gewikkeld en door honden verscheurd of in teer en pek gewenteld, en als levende fakkels in de keizerlijke parken verbrand. En Nero genoot van dit prachtige schouwspel en van de doodskreten van zijn beklagenswaardige slachtoffers. Wat de brand van Rome in juli 64 betreft, hebben sommige historici een vraagteken gezet. Ze betwijfelen nogal of keizer Nero Rome daadwerkelijk in brand heeft gesticht. De grote brand had zeven van de veertien wijken van Rome zwaar getroffen waarvan drie in de as werden gelegd. De hardnekkige geruchten deden de ronde dat Nero de brand zèlf gesticht had vanwege het 'mooie schouwspel.' Volgens de Romeinse geschiedschrijver Tacitus (56-117) gaf Nero de schuld aan de christenen om de verdenking van zichzelf af te wenden. Maar Tacitus gaf in zijn annalen wel aan dat de keizer had geprofiteerd van de ondergang van Rome. De andere Romeinse biograaf en historicus Suetonius (69-140) zei dat Nero wel de brandstichter is geweest. Of Nero wel of niet de brandstichter is geweest, staat één feit buiten kijf dat hij kort na de grote brand een weelderig paleis op de ruïnes van Rome liet bouwen.

Een levensechte constructie van het portret
van keizer Nero

Een ander vraagteken is of Petrus en Paulus gezamenlijk in Rome zouden zijn geweest, zoals we ook in het boek 'Quo Vadis' lezen. Daarover zegt de Bijbel helemaal niets. Uit het Bijbelboek 'De Handelingen' is wel bekend dat de apostel Paulus daadwerkelijk in Rome is geweest. Alleen vermeldt deze Bijbelboek niet dat Petrus ook in Rome is geweest. Het is alleen het officiële standpunt van de Rooms-Katholieke Kerk dat de apostel Petrus in Rome is geweest, de stichter en eerste paus is van deze kerk. Volgens de legende werd hij met het hoofd omlaag gekruisigd en vervolgens onder de St. Pieterbasiliek begraven. De Rooms-Katholieke Kerk hanteert ook haar standpunt dat Jezus Christus de sleutels van het hemelse koninkrijk aan Petrus zou hebben gegeven. De Roomse lezing is gebaseerd op de Bijbeltekst Matthéüs 16:19. Maar er is géén enkele historische bron die het standpunt van de kerk ondersteunt. Het is alleen gebaseerd op een legende. De apostel Paulus die grote zendingsreizen had gemaakt, was inderdaad in Rome (Handelingen 28:15-16) aangekomen maar zei in zijn brief aan de Romeinen niets over Petrus. De Bijbel ondersteunt het officiële standpunt van de Roomse Kerk ook niet dat Petrus de eerste paus, dus de plaatsvervanger van Christus, is geweest. Want Petrus speelde na de kruisdood en opstanding van Jezus geen enkele rol. Toen Paulus na een zendingsreis in Jeruzalem terugkwam, bestrafte hij Petrus zelfs (Galaten 2:1, 8, 11-14). Stelt je zich eens voor; een ondergeschikte als Paulus leest de paus de les!! Een ander onweerlegbaar bewijs waarom Petrus nooit de eerste paus is geweest, is dat alle pausen de titel 'pontifex maximus' dragen. Dat is dezelfde titel als die van de Romeinse keizers. In de oudheid is pontifex maximus (letterlijk betekent: bruggenbouwer) de hogepriester van de Romeinse staatsgodsdienst. Petrus, zelf een Jood, zou de titel nooit aanvaard hebben, want hij wist dat alle Romeinse keizers die de ambt van pontifex maximus uitoefenden, als goden werden vereerd en de Romeinse godsdienst ook in feite afgodisch is geweest. Ook zou Petrus het ambt van de hogepriester zeer zeker weigeren, want deze ambt is alleen voorbehouden aan Aaron en zijn nakomelingen in de mannelijke lijn (Exodus 28:1, 43).    

In 1974 werd de roman 'Quo Vadis' als Nederlandstalige stripverhaal door uitgeverij Amsterdam Boek B.V. uitgegeven. Hier is het onderstaande stripverhaal. 































    

Geen opmerkingen: